
Jurisprudentie
AZ9228
Datum uitspraak2007-02-22
Datum gepubliceerd2007-02-23
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureRaadkamer
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers15/602718-06
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2007-02-23
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureRaadkamer
Instantie naamRechtbank Haarlem
Zaaknummers15/602718-06
Statusgepubliceerd
Indicatie
Beschikking (art. 164 WVW 1994)
De omstandigheid dat het hoofdproces-verbaal noch het zogenaamde alcoholproces-verbaal met een uitdraai van de uitslag van de ademanalyse zich (nog) niet in het dossier bevinden, waardoor onder meer niet kan worden geverifieerd of die ademanalyse volgens de geldende regels is uitgevoerd, afgezet tegen de belangen van klager bij het kunnen beschikken over zijn rijbewijs, is voor de rechtbank aanleiding om met ingang van de datum van deze beslissing tot teruggave van het rijbewijs te besluiten.
Uitspraak
RECHTBANK HAARLEM
SECTOR STRAFRECHT
ENKELVOUDIGE RAADKAMER
Registratienummer: [nummer]
Parketnummer: [nummer]
Uitspraakdatum: 22 februari 2007
BESCHIKKING (art. 164 WVW 1994)
1. Ontstaan en loop van de procedure
Op 29 december 2006 is ter griffie van de rechtbank Haarlem ingekomen een klaagschrift van
[klager],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
tegen de invordering door de politie Kennemerland en het vervolgens onder zich houden door de officier van justitie te Haarlem van het rijbewijs van klager voornoemd.
Op 25 januari 2007 en 8 februari 2007 is dit klaagschrift op een openbare zitting in raadkamer in aanwezigheid van de officier van justitie mr. Van der Putte respectievelijk mr. Egberts behandeld.
Klager is telkens in persoon verschenen.
Van het verhandelde ter zitting is telkens afzonderlijk proces-verbaal gemaakt. De inhoud daarvan wordt als hier ingelast beschouwd.
2. Beoordeling
De invordering heeft plaatsgevonden vanwege de jegens klager bestaande verdenking, dat hij - zakelijk weergegeven - op 15 december 2006 te Haarlem als bestuurder van een motorvoertuig heeft gereden met een ademalcoholgehalte van 830 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht.
Gelet op die verdenking heeft de officier van justitie naar het oordeel van de rechtbank in redelijkheid tot inhouding van het rijbewijs kunnen beslissen.
De behandeling van het klaagschrift in raadkamer van 25 januari 2007 is geschorst, teneinde de officier van justitie in gelegenheid te stellen het dossier te doen completeren met het hoofdproces-verbaal.
De omstandigheid dat het hoofdproces-verbaal noch het zogenaamde alcoholproces-verbaal met een uitdraai van de uitslag van de ademanalyse zich (nog) niet in het dossier bevinden, waardoor onder meer niet kan worden geverifieerd of die ademanalyse volgens de geldende regels is uitgevoerd, afgezet tegen de belangen van klager bij het kunnen beschikken over zijn rijbewijs, is voor de rechtbank aanleiding om met ingang van de datum van deze beslissing tot teruggave van het rijbewijs te besluiten.
Het klaagschrift is mitsdien gegrond.
De rechtbank merkt hierbij uitdrukkelijk op, dat politierechter die eventueel later inhoudelijk over de strafzaak zal oordelen, ondanks deze voorlopige beslissing kan besluiten een onvoorwaardelijke rijontzegging op te leggen van langere duur dan de tijd dat het rijbewijs thans ingevorderd en ingehouden is geweest.
3. Beslissing
De rechtbank:
verklaart het klaagschrift gegrond;
gelast de teruggave van het rijbewijs aan klager, voornoemd.
4. Samenstelling raadkamer en uitspraakdatum
Deze beschikking is gegeven door mr. Aardenburg, rechter,
in tegenwoordigheid van Van Velzen griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 22 februari 2007.

